Hoe begeleid je kinderen in tijden van oorlogsverhalen?

Kinderen krijgen tegenwoordig zo veel meer informatie dan vroeger; jonge kinderen vangen veel op uit hun omgeving, van klasgenoten en via de televisie. En als kinderen eenmaal een mobiele telefoon hebben en op social media zitten dan komen er beelden en teksten langs, waarbij wij geen tot weinig controle hebben op wat zij wel of niet te zien krijgen.

 

Stel dat je een kind bent en je hoort je ouders praten over ‘bombardementen’, ‘kinderziekenhuis platgebombardeerd’, ‘in kelders onderduiken’ en ‘derde wereldoorlog’... dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Kinderen kunnen dit vaak nog niet in proportie zien of filteren en kunnen dus conclusies trekken en ideeën in hun hoofd krijgen dat zij en hun dierbaren groot gevaar lopen.

 

Hoe kunnen wij als ouders onze kinderen beschermen en hun gevoel van psychologische veiligheid waarborgen terwijl wij niet altijd weten wat zij horen of te zien krijgen?

 

Tot 7 jaar:

  • Probeer de beelden op afstand te houden. Praat er met je partner of anderen over als je kind er niet bij is. Kijk het nieuws pas als je kind naar bed is. Zo zorg je dat er zo weinig mogelijk externe input over de oorlog actief bij je kind binnen komt.

  • Als hij/zij wel dingen oppikt uit zijn omgeving dan komen er hopelijk vragen over. Probeer de vragen zo eenvoudig en feitelijk mogelijk te beantwoorden. Probeer geruststellend te zijn. Leg uit dat Oekraïne heel ver weg is en dat allemaal mensen proberen om het op te lossen. Jouw houding hierin is van groot belang. Probeer kalm te zijn en vertrouwen uit te stralen.

  • Zit je in een situatie waarbij je zelf heftige angsten en emoties ervaart omdat je een soortgelijk iets hebt meegemaakt of dierbaren hebt in Oekraïne, of door een andere situatie, dan mag je best benoemen dat je erg ongerust of bedroefd bent over wat er gebeurt. Je kind zal dit namelijk toch wel aanvoelen. Ben hier dus eerlijk in. Maar probeer feitelijk te blijven en niet in allemaal details te verzanden. Probeer positief te blijven. Uiteindelijk wil je je kind toch het gevoel geven dat hij veilig is.

  • Als je het gevoel hebt dat je kind angstig is, door de vragen die hij/zij stelt of doordat hij/zij zich anders gedraagt, zorg dan dat je extra knuffels en veiligheid geeft. Daarnaast kan het je kind helpen om samen actief te spelen; buiten rennen, springen, een voetbal trappen, of juist door te krassen of een tekening te maken. Dit kan een kind helpen om emoties te uiten die hij/zij moeilijk onder woorden kan brengen.

 

8 tot 12 jaar:

  • Kinderen die zelf met vragen komen, kan je ook weer feitelijk en eerlijk antwoorden geven. Als je zelf de antwoorden niet weet, probeer het dan samen uit te zoeken. Maar blijf in de gaten houden dat je je richt op de vragen die het kind heeft en er niet allemaal andere informatie bij gaat halen.

  • Vraag wat ze al weten of hebben gehoord. Daarmee krijg je een betere indruk welke informatie zij al hebben en kan je helpen om misverstanden te verhelderen of verhalen te verduidelijken. Kies hier wel een goed moment voor. Voor het slapen gaan kan je beter niet dit soort onderwerpen ter sprake brengen. Als je kind er op dat moment zelf mee komt, probeer dan kort en geruststellend te reageren en geef aan dat je er de volgende dag verder over kunt praten als hij/zij dat fijn vindt.

  • Het jeugdjournaal kan een goede informatiebron zijn voor deze leeftijd. Kijk het samen zodat je meekrijgt wat je kind te horen en te zien krijgt. En praat er vervolgens samen over. Het jeugdjournaal is volgens deskundigen geschikt voor kinderen vanaf 9 jaar. Tegelijkertijd zijn er ook kinderen die heel onrustig worden door dit soort nieuwsbeelden. Kies er dan bewust samen voor om het nieuws even niet te kijken.

  • Als je merkt dat je kind ander gedrag laat zien (door bijvoorbeeld moeilijk in slaap te vallen, snel boos te worden, aanhankelijk gedrag, geen eetlust hebben, paniekerig reageren) dan zou het kunnen dat hij/zij last heeft van angsten. Benoem dan wat je ziet (“Ik merk dat je moeite hebt om in slaap te vallen. Wat is er aan de hand?”) en probeer te achterhalen of je kind angstig is. Als je kind aangeeft bang te zijn, toon dan begrip, luister en praat er samen over. Alleen al het kunnen praten over wat er in je hoofd omgaat kan een kind helpen om wat meer rust te krijgen.

 

Tieners:

  • Volg je tiener in wat hij hoort en ziet over het nieuws. Ga erop in als zij zelf informatie delen. Probeer er samen over te praten. Vraag wat je tiener ervan vindt; stel nieuwsgierigheidsvragen. Maar ga het niet constant bespreken; dan haken tieners af. Volg je tiener hierin.

  • Ook hier geldt: ben eerlijk, blijf feitelijk. Zoek samen naar antwoorden.

  • Laat je tiener bewust nadenken hoe het voor hem/haar is om deze informatie te zien of horen. Geef aan dat je bewust kunt kiezen om informatiebronnen (nieuws, social media etc) wel of niet te bekijken.

 

Tot slot: Kinderen willen uiteindelijk graag helpen.

Dus als je kinderen zich hiermee bezighouden, bespreek dan hoe jullie samen zouden kunnen helpen. Dan hebben zij het gevoel dat zij iets kunnen doen. Dit gevoel van actie geeft vaak een vorm van voldoening en vermindert het gevoel van machteloosheid. Ga samen in huis zoeken naar speelgoed of andere spullen die je zou kunnen doneren. Laat je kind flessen verzamelen om die centjes te kunnen doneren. Zeg ‘s avonds samen een gebedje, ga koekjes bakken en verkopen of laat je kind een tekening maken over veiligheid en vrijheid, die je voor het raam hangt. Misschien heeft je kind zelf wel een goed idee om te doen. Probeer vooral je kind te laten zien dat jij er voor hem/haar bent, wilt luisteren en veiligheid kan bieden.