De laatste paar jaar is de mentale gezondheid van jongeren er niet beter op geworden. Dit is onder andere een nasleep van Corona maar ook andere factoren zoals sociale media spelen hierin een rol. Om mentaal gezond te zijn hebben wij mentale weerbaarheid en veerkracht nodig. Dit zijn de belangrijke eigenschappen die kinderen helpen om zich staande te houden in deze maatschappij. Jij kan je kind helpen om deze te ontwikkelen. Lees hier mijn 7 tips om je kind te helpen veerkrachtiger en weerbaar te worden zodat het tegen tegenslagen kan.
Ouders willen hun kind beschermen
De meeste ouders willen hun kinderen behoeden voor pijn en verdriet. Je wil je kind beschermen tegen tegenslagen. De zogenaamde ‘curling ouder’ probeert alle hobbels op de weg die het kind bewandelt tijdig weg te poetsen zodat het kind heel soepel alle stapjes van het opgroeien doorloopt. Heel fijn voor een kind op dat moment want alles gaat vlekkeloos… minder fijn voor het kind op de lange termijn. Want tegenslagen horen nu eenmaal bij het leven. Dus je kind gaat op een dag toch echt met tegenslagen te maken krijgen. En als hij hier niet mee heeft leren omgaan als kind dan komt zo’n tegenslag extra hard aan. Dan gaat hij misschien wel twijfelen aan zichzelf, wordt angstig, wil de situatie vermijden, allemaal gevolgen die niet helpend zijn om een situatie op te lossen.
Uiteindelijk is het dus heel waardevol als kinderen leren omgaan met tegenslagen. Dan ontwikkelen zij veerkracht en weerbaarheid.
Wat zijn veerkracht en weerbaarheid?
Veerkracht en (mentale) weerbaarheid zijn twee eigenschappen die op elkaar lijken en toch verschillend zijn. Een korte uitleg:
Veerkracht is het kunnen aanpassen aan, of herstellen van, spanning, tegenslag en negativiteit die je uit je evenwicht brengt. Kinderen met veerkracht hebben zelfvertrouwen en durven uitdagingen en nieuwe dingen aan te gaan. Zij hebben een ‘growth mindset’, zijn minder bang om fouten te maken en hebben geleerd om met hun emoties om te gaan.
Weerbaarheid is specifiek gericht op de interactie met iemand anders. Het gaat dan over op een respectvolle manier opkomen voor jezelf, ‘nee’ durven zeggen, je eigen mening geven, om hulp vragen als je er zelf niet uitkomt, omgaan met groepsdruk, en je eigen grenzen herkennen en aangeven.
Het doel is dus om je kind te leren omgaan met die tegenslagen. Vanuit de Positive Discipline filosofie wordt gezegd: zorg dat je niet tussen de ervaring en je kind in gaat staan. Laat je kind zijn eigen ervaring hebben. En sta klaar om je kind te begeleiden of op te vangen als dat nodig is. Zo ontwikkelt je kind zelf een copingstijl en groeit het zelfvertrouwen.
Hoe leer ik mijn kind veerkrachtig en weerbaar te zijn?
Geef je kind het gevoel dat het van belang is en capabel is: dit bereik je door je kind bij taakjes te betrekken. Geef je kind van jongs af aan al kleine taakjes (passend bij de leeftijd). De 2 basis verlangens van een kind zijn erbij willen horen (verbinding) en van belang zijn. Die verbinding en het gevoel bij te kunnen dragen zorgen voor de groei van zelfvertrouwen en autonomie, twee van de belangrijkste kenmerken voor veerkracht en weerbaarheid.
Werk samen aan helpende gedachten: help je kind bewust worden van eigen gedachten. Onderzoek samen of het een helpende gedachte is of juist een gedachte die niet helpt, die alleen maar nare gevoelens veroorzaakt. En bedenkt dan samen wat een andere gedachte zou kunnen zijn die wel kan helpen. Bijvoorbeeld: een kind is steeds aan het denken “het heeft geen zin mijn topo te leren want ik kan het toch niet”. Dit is een gedachte die het kind angstig en onzeker maakt en niet zal helpen om het huiswerk te doen. Een helpende gedachte zou bijvoorbeeld kunnen zijn: “ik vind deze topo moeilijk en ik ga m’n best doen om er iets van te leren.”
Leer een kind denken in oplossingen: als jij een verschil van mening met je kind hebt of als er een lastige situatie op het pad van je kind komt vraag dan: “hoe kunnen we dit oplossen?” Zo leert je kind meer in oplossingen denken en voelt het alsof er nog een uitweg is.
Bespreek waar je zelf invloed op hebt en waar je geen invloed op hebt: het heeft zin om energie te steken in iets waar je invloed op hebt, dat je kan proberen te veranderen of verbeteren. Het heeft geen zin om je druk te maken over iets waar je geen invloed op hebt. Bij dit soort situaties is het nodig om het te accepteren. Help je kind hier bewust van worden door er samen over te praten. Stel de vraag: “is dit iets waar je invloed op hebt of niet?”
Leer het belang van goed voor jezelf zorgen: tegenslagen kan je beter mee omgaan als je uitgeslapen bent, gezond eet, voldoende beweegt en fit bent. Ook voldoende ontspanning is hierbij nodig. Zelf ervaren wij ook dat je dan veel beter met stress kunt omgaan. Leer je kind dat het belangrijk is om goed voor zichzelf te zorgen op dit gebied. Geef hierin ook het voorbeeld naar je kind.
Zie fouten als kansen om van te leren: mensen maken fouten, kinderen dus ook. Op het moment dat een kind het gevoel heeft dat hij geen fouten mag maken dan zal de stress toeslaan als die fout toch gemaakt wordt. Een kind zal deze fout dan niet willen delen, wat veel mentale spanning geeft. Als een kind het vertrouwen heeft dat je als ouders fouten kan aanvaarden, zal het kind eerlijk durven vertellen wat er fout is gegaan en zo nodig om hulp vragen. Probeer dus het maken van fouten te ‘normaliseren’; zelf af en toe vertellen dat je een fout hebt gemaakt en hiervan hebt geleerd, een rondje aan tafel doen met ieders ‘fout van de dag’. En als er dan toch een vervelende fout is gemaakt, probeer rustig te blijven en vraag je kind of hij een oplossing weet. Zo nodig kan je samen met je kind zoeken naar hoe het opgelost kan worden. Vanuit die rust kan je dan ook samen bespreken wat je kind ervan leert voor de toekomst. Zo krijgt je kind ook mee dat een fout niet het einde van de wereld is; dat is veerkracht.
Leer je kind omgaan met emoties: jonge kinderen worden overweldigd door alle gevoelens die zij hebben. Het helpt kinderen als zij woorden kunnen geven aan deze gevoelens. Door boekjes samen te lezen leren kinderen de verschillende emoties herkennen. Vervolgens is het belangrijk dat zij deze gevoelens bij zichzelf gaan herkennen. Zij leren dit door er met iemand over te kunnen praten. Opkroppen heeft een negatief effect op veerkracht, dan krijg je de explosies. Creëer dus tijd en veiligheid om het samen te hebben over wat je kind lastig vindt of waar zij bezorgd over is. Toon begrip en laat die gevoelens er zijn. Zo leert een kind vertrouwen op zijn eigen gevoel en leert het kind ook dat nare gevoelens weer over gaan.
Door je kind de ervaringen te laten hebben die op zijn pad komen, door bewust bezig te zijn met het zelfvertrouwen, het aanpassingsvermogen en de autonomie van je kind, door zelf het voorbeeld hierin voor te leven, door te zorgen dat die basis-verbinding er is en door in gesprek te blijven, zal jij je kind helpen om weerbaarheid en veerkracht te ontwikkelen.
En mocht je toch merken dat je kind overmatige last heeft van spanning, dan kan je altijd contact opnemen om samen nog een te bespreken op welke manier jouw kind het beste geholpen kan worden.